Rondreis Noord-India oktober 2009. (Rajastan)
Ga met de muis over de rode tekst voor een foto.

Dag 1.    route kaart
We landen om half een 's nachts in Delhi. Om een uur of twee gaan we op weg naar het hotel. Zelfs midden in de nacht staan hier files. Hele rijen vrachtwagens verstoppen de brede wegen. Waar vier rijbanen zijn, staat het vijf rijen dik. Daar tussendoor vinden motoren en scooters hun weg.

Dag 2.
Om half twaalf verzamelen voor een praatje van de reisleidster. In de middag een stadsrondrit door Delhi. Er wordt constant getoeterd. Veel auto's rijden met de spiegels ingeklapt. Dat scheelt een paar centimeter in de breedte, zodat je je door kleinere gaatjes kunt wurmen. Iedere centimeter asfalt wordt gebruikt. Er rijden veel scooters , motoren en riksja's. Vanwege de files wordt de rit aangepast. Er is geen doorkomen aan. In plaats van naar het graf van Gandhi gaan we naar de plek waar hij vermoord is. Er staat een museum waar de levensloop van Gandi weergegeven wordt. Verder bezoeken we de Sikh-tempel Gurdwara Bangla. We krijgen allemaal een oranje doek om het hoofd en de schoenen moeten uit. Achter de tempel is een keuken waar voor pelgrims gekookt wordt. Een man roert in heel grote pan.

Dag 3.
Om acht uur vertrekken we naar Mahansar. Onze chauffeur ontpopt zich als een soort Niki Lauda. De aankomsttijden, die de reisleidster ons meldt, vallen altijd mee. Toeristen bussen lijken overal voorrang te hebben. Later deze reis nemen we wel eens riksja en lijkt het alsof riksja's overal voorrang hebben. Kennelijk is dat de Indiase rijstijl. Motorrijders hebben de hulp van de goden nodig om veilig door het verkeer te komen. Bij een beeld van Ganesh langs de snelweg stoppen ze voor een schietgebedje. Als voetganger voelen we ons niet veilig. We krijgen de kamikaze manier van oversteken niet onder de knie. Zebra's zijn er wel, maar hebben geen enkele functie.
Al toeterend baant de bus zich een weg door het land. Voor koeien wordt geremd, omdat ze niet op toeteren reageren. Geiten en honden willen de snelheid ook wel eens uit het voertuig halen. Kinderen zwaaien vrolijk naar ons en wij zwaaien terug.
Onderweg stoppen we bij de Rani Sati tempel. Een schitterend complex met een hoog Efteling gehalte.
In Mahansar overnachten we in Narayan Niwas Castle. Een kasteel dat is omgebouwd tot hotel. We slapen in een prachtige torenkamer.

Dag 4.
Het is zes uur als de noodgenerator van het hotel opstart. Het ding staat vlak onder ons open raam en maakt de wekker overbodig. De meeste hotels hebben een noodgenerator, omdat dagelijks de stroom een aantal keer uitvalt. Zo hier en daar zie je grote accu's staan om in ieder geval de computers aan de praat te houden.
We zijn in een woestijngebied. Autochtonen maken gebruik van wagens die door een dromedaris getrokken worden. Iets dat we nog niet eerder gezien hebben. Koeien, ossen en ezels worden eveneens gebruikt voor transport.
We bezoeken vandaag wat dorpjes in de streek Shekhawati. Vroeger is hier veel geld verdiend met handel in kruiden en zijde. Er staan rijk versierde koopmanshuizen. Haveli's genoemd. Sommige huizen worden nog bewoond door nazaten van de kooplieden. Heleen neemt een kijkje in de keuken. Omdat we de eerste toeristen zijn dit seizoen, komen we in de krant.

Dag 5.
Na het ontbijt vertrekken we naar Bikaner. 's Middags gaan we naar de Karni Mata Tempel. Ook wel de Rattentempel genoemd. Men gelooft hier dat mensen reïncarneren als rat, vandaar dat ze niet gedood mogen worden. Honderden ratten worden hier verwend met lekkernijen. Welke rat lijkt het meest op je opa of oma? Het ruikt er niet fris en de vloer plakt een beetje. Niet prettig aan je blote voeten. Net als alle tempels in India mag je niet met schoenen naar binnen. Af en toe loopt er een rat tussen je benen door.
We hebben een mooie grote kamer in het hotel. Het diner in de tuin wordt opgeluisterd door een muziekgroepje met danseres.

Dag 6.
Dwars door de Thar woestijn rijden we naar Jaisalmer. Het straatbeeld wordt net als overal bepaald door koeien. Heerlijk, die rustgevende dieren in het hectische verkeer. Soms wil een koe geaaid worden en zoekt aandacht bij mensen.

Dag 7.
We blijven vandaag in Jaisalmer. 's Ochtends gaan we naar het fort in de stad. In het fort is een Jain Tempel. Binnen mag je de beelden eigenlijk niet fotograferen, maar roepies doen wonderen.
In een winkeltje kopen we een schilderijtje op zijde. Nou ja, dat zegt de verkoper. Of het echt zijde is weten we niet, maar het is in ieder geval wel met de hand geschilderd.
's Middags maken we een kamelentocht op een dromedaris. Aansluitend wachten we op de zonsondergang.

Dag 8.
Jodhpur, is de bestemming voor vandaag. Wat is het hier verschrikkelijk druk. Na aankomst gaan we met de reisleidster naar een kruidenwinkel. We gebruiken ze thuis regelmatig, maar je moet een beetje oppassen met de mengsels want sommige branden je de bek uut. www.mvspices.com
's Avonds eten we op een dakterras met uitzicht op het Meherangarh Fort en de klokkentoren van Jodhpur.

Dag 9.
Vandaag blijven we in Jodhpur. Met een riksja laten we ons naar het Meherangarh Fort brengen. In het fort staat een paleis dat nu dienst doet als museum. De collectie bevat o.a. een zetel voor op een olifant en een draagstoel uit vroegere tijden. Vanaf het fort heb je uitzicht op de blauwe stad, zoals Jodhpur ook wel genoemd wordt.

Dag 10.
We laten Jodhpur achter ons om naar Udaipur te reizen. Negentig kilometer voor Udaipur bezoeken we de Jain Tempels van Ranakpur. Het dak van de tempel rust op 1444 verschillende pilaren. Buiten past een man op onze schoenen. Hij zet ze allemaal netjes neer. Op de parkeerplaats scharrelt een aap tussen het afval.

Dag 11.
We blijven twee nachten in Udaipur. Prettig want dat geeft wat rust in de reis. We belanden na het uitslapen al snel in een winkeltje waar ze met de hand geschilderde kaarten verkopen. We kopen een voorraadje om kerstkaarten van te maken. Uiteraard doet de man ook andere zaken. Of we kleren wilden laten maken, was de vraag. Stof heeft hij wel, maar de kleermaker moet nog opgetrommeld worden. De kleermaker is snel ter plaatse en neemt Heleen haar maten. Na een paar uur kunnen we komen passen. Intussen bezoeken we het City Palace. De vertrekken zijn rijk versierd en de muren in de gangen zijn beschilderd met Indiase taferelen.

Dag 12.
De bus brengt ons vandaag naar een paleisachtig hotel in Pachewar Garh. Deze hotelkamer slaat echt alles qua afmeting. Hij meet zo'n vijftien bij zes meter. De badkamer is niet krap te noemen. Veel Indiërs moeten het met minder doen.
Het dorpje kent niet veel toerisme. De bewoners laten zich zonder probleem fotograferen. We kunnen even India bekijken zonder opdringerige verkopers of taxichauffeurs. Het is een genante vertoning zoals we fotograferend door het dorp lopen.

Dag 13.
De volgende plaats is Jaipur. We slapen er twee nachten. Jaipur is de hoofdstad van Rajasthan. Rajastan is de provincie waar we het grootste deel van de vakantie verblijven.

Dag 14.
Het plan is om een riksja nemen naar de oude stad van Jaipur en daarna zien we wel verder. Dat valt niet mee. De chauffeur vraagt ons waar we nog meer naar toe willen. Met goed fatsoen komen we niet van hem af. We laten ons dus maar de hele dag rondrijden door de beste man. Eerst wil hij naar het museum. Daar voelen we niets voor maar hij wil erheen om de duiven te voeren. Dat is goed voor zijn karma. Vervolgens naar het bekendste gebouw van de stad. De Hawa Mahal. Het optrekje is gebouwd in 1799 door een van vele maharadja's die hier geheerst hebben. We dwalen er een tijdje door de gangen, terwijl de chauffeur op ons wacht. Daarna brengt hij ons naar de Tempel of The Sun God. Ook wel de Apentempel genoemd. Zonder onze gids/chauffeur hadden we dit gemist. Hij liep met ons mee en bracht ons op de juiste plek. Het is er een drukte van jewelste. Mannen en vrouwen baden er alvorens naar de tempel te gaan. Onze chauffeur ging de tempel niet in, omdat hij niet gewassen was.
In de middag bezoeken we het Amber fort. In de meeste forten is een paleis gebouwd. Zo ook hier. The Hall of Victory (Taj Mandir) is de trekpleister. Het vertrek is versierd met duizenden spiegeltjes. Je mag er niet meer naar binnen, omdat toeristen de spiegeltjes meenamen. Met de zoomlens lukt het toch om een foto te maken.
Er werd bij het fort van ons verwacht dat we het parkeergeld voor de riksja betaalden. De somma van 5 roepies of te wel 7,5 eurocent voor ruim een uur.

Dag 15.
Bharatpur is maar een paar uur rijden. We zijn er vlak na de lunch. Aan het eind van de middag gaan we naar het vogelreservaat Keoladeo. Tegen zonsondergang laten de vogels zich het beste zien. Voor een euro per uur huren we een fietsriksja met chauffeur. Hij brengt ons naar een tempeltje waar een heilige man woont. In de vijver bij de tempel zwemmen tientallen grote schildpadden. Een man komt ze brooddeeg voeren en we kunnen ze prachtig zien. Dit gaat gepaard met een kleine bijdrage voor het voer. Overal zien ze geld in. Nou ja, dat is nou eenmaal zo in dit land. Het gaat maar om kleine bedragen. Variërend van 15 tot 75 eurocent.
We zien veel dieren in het park. IJsvogels, ooievaars, koereigers, papagaaien, mamagaaien, roofvogels, jackhalzen, apen, schildpadden en antilopen. Onze fietser kent alle namen van de dieren in het Engels en sommige in het Nederlands, of het klinkt Nederlands maar het is Duits. We hebben plezier om zijn uitspraak.

Dag 16.
Eerst gaan we naar de mogolstad Fatehpur Sikri. We zien wat fotogenieke taferelen, zoals picknickende kinderen en een man met een speciale telefoon. Papagaaien bevolken het dak van het paleis.
Nog een uurtje rijden naar Agra. De thuishaven van de Taj Manal. Wat een drukte hier. Eerst in de rij staan om binnen te komen. Dat bleek verkeerd te zijn, want je moest eerst in de rij om een kaartje te kopen. Eindelijk binnen blijkt het dat mijn zaklampje niet naar binnen mag. Buiten de poort het lampje naar een bagage depot gebracht en weer in de rij om binnen te komen. Gelukkig hebben we ruim te tijd genomen, anders waren we pas na zonsondergang binnen geweest. Het complex is neergezet als eerbetoon aan de vrouw van Shah Jahan. De bouw begon in 1631 en heeft 22 jaar geduurd. Het gebouw is het hoogtepunt van de mogoel-architectuur, een mengvorm van islamitische en hindoe-architectuur.

Dag 17.
Er volgt een lange dag in de bus. We zijn ongeveer twaalf uur onderweg. Gelukkig hebben we een lange lunchpauze in een dorpje. We maken er mooie foto's van kleurrijke mensen. Zingen en muziek zomaar in het wild. Een kapper heeft zijn zaak onder een boom.
In het donker bereiken we Khajuraho.

Dag 18.
De reisleidster heeft voor ons een huurfiets geregeld. Ze staan 's morgens voor het hotel op ons te wachten. Meenemen en vanavond weer terugzetten. Vooral niet op slot zetten, luidt de instructie. Eerst ontbijten in het plaatsje. Als we wat bestellen zien we een jongen de deur uitgaan om brood te halen.
Khajuraho is bekend vanwege zijn tempels met erotische beelden. Ook wel de Kamasutra tempels genoemd. Als je er een hebt gezien, heb je ze allemaal gezien. De standjes herhalen zich, zonder variatie. Muziek en dans komen ook aan de orde.
We fietsen het dopje uit en komen op het platte land van India.

Dag 19.
De laatste dag in de bus. We gaan naar Varanasi. Dit is de heiligste plaats voor de hindoes. Hier overlijden en gecremeerd worden is de wens van iedere hindoe. 's Avonds gaan we naar de Man Mandir Ghat. Een ghat is een plek waar trappen toegang geven tot het water van de Ganges. Priesters voeren er ieder dag de avondceremonie uit. Dit gaat gepaard met rituelen met vuur en rook. Op de rivier liggen boten met toeschouwers.

Dag 20.
Om vijf uur in de ochtend maken we een boottocht op de Ganges. In het donker zie je de vuren van de crematies oplichten. Het cremeren gaat hele dag door. Als de zon opkomt zie je steeds meer activiteiten op de oever. Mensen wassen zich in het smerige water. Ze poetsen er zelfs hun tanden mee en drinken ervan. Sommige zitten biddend aan de over. Anderen doen de was. Ze slaan met het wasgoed op een steen en timmeren er met een stuk hout op. Fijne lingerie sneuvelt gegarandeerd.
Na de boottocht wandelen we van zuid naar noord langs de vele ghats. Eerst komen we langs een ghat waar de minder draagkrachtigen verbrand worden. Het vuurtje wordt omringd door koeien. De familie staat op een afstandje te kijken tot het vuur uit is. Duurt ongeveer drie uur. Bij de Manikarnika Ghat worden de rijken gecremeerd. Er liggen stapels hout. Het hout wordt gewogen. Afrekenen per kilo en onderhandelen over de prijs. Voor ieder lichaamsgewicht moet de hoeveelheid aangepast worden. Je kunt kiezen tussen verschillende soorten hout. Het verschil zit hem in de geur die vrij komt bij het verbranden. De overledene is helemaal in kleurrijke doeken gewikkeld. Een behulpzame Indiër geeft ons ongevraagd uitleg. Eerst wordt het lichaam vijf maal in de Ganges ondergedompeld. Dan wordt het op de brandstapel gelegd. De oudste zoon loopt vijf maal rond de brandstapel en steekt het hout aan. Foto's mag je er niet van maken. De aardige man, die ons uitleg geeft, blijkt een winkel te hebben, waar hij ons mee naar toe wil nemen. We hadden het kunnen weten.
's Avonds gaan we weer naar de Ganges om de avondceremonie voor de tweede keer mee te maken.

Dag 21.
Laatste dag in Varanasi. We lopen nog een keer langs de ghats. Het blijft fascineren en je ziet altijd weer iets anders.
's Avonds vertrekken we met de nachttrein naar Delhi. Een rit van twaalf uur, waar vijf uur vertraging bijkomt.

Dag 22.
Na de vertraagde nachttrein, zijn we om twaalf uur in het hotel. 's Middags laat Heleen een henna tekening aanbrengen. We doen de laatste inkopen en slapen een paar uur. Om elf uur 's avonds vertrekt de bus naar het vliegveld.

Dag 23.
's Morgens om drie uur vertrekt het vliegtuig naar Frankfurt. De klok gaat vier en een half uur terug. Rond het middaguur zijn we thuis. Mollie is niet onder de indruk, maar wil wel aangehaald worden.

Deze reis is gemaakt met Baobab Reizen.


          Terug naar boven